Geschiedenis

De eerste wedstrijden met hondenteams zullen ongeveer hebben afgespeeld tussen jagers, goudzoekers of Eskomo’s uit tijdverdrijf in de wintermaanden. Maar om te weten, wie nu echt de snelste honden had, werden de eerste officiële rennen georganiseerd in 1908, door de, toen pas opgerichte, Kennelclub in Nome, want daar zaten de meeste mensen. De First Alaskan Sweepstake werd gehouden over een afstand van 408 mijl (650 km) van Nome – over zee-ijs, door de toendra, over bergen en door een dal waar het altijd stormde – naar het goldrushstadje Candle en weer terug. Hiermee startte de geschiedenis van de sledehondensport.  Het evenement werd een groot succes, dat in het vervolg jaarlijks werd georganiseerd en uitgroeide tot een groot feest met vier dagen vakantie voor iedereen, en met enorme weddenschappen.1491-004-701C88B4

De tweede All Alaskan Sweepstake werd gehouden in 1909: er was 10.000 dollar als eerste prijs uitgeloofd. Een Russische bonthandelaar William Goosak, eigenaar van negen honden die hij geïmporteerd had vanuit Siberië, wilde zijn honden mee laten lopen. De Alaskaanse mushers zagen niet zoveel in dit timide ‘schoothondje’, dat mooi, maar wel schriel afstak bij hun grote, sterke vrachthonden. Minachtend werd er over ‘Siberische ratten’ gesproken. De verhoudingen bij de weddenschappen was; Husky : eigen honden 1 : 100. Scotty Allen won de race en werd op de voet gevolgd door het team Siberische Husky’s met musher Louis Thrustrup, die als derde eindigde. De Siberische Husky was (is) een klein, lichtvoetig verschijnsel in de Alaskaanse sledehondenwereld. De honden van de in geldnood verkerende Goosak werden gekocht door kapitein Charles Madsen: de prijs voor het team, de harnassen en de slede, was het geld voor de terugreis van Goosak naar Rusland! Zo kwamen de eerste Siberische Husky’s in Alaska om een blijvende stempel op de ontwikkeling van de sledehondensport te zetten.

Fox Maule Ramsey, een Schotse edelman, die in Alaska was om de belangen van zijn familie in goudmijnen te behartigen, hoorde van die snelle sledehonden en ging zelf naar Siberië. Dat ligt tenslotte vlakbij, aan de andere kant van de Beringstraat. Hij kwam terug met 60 zorgvuldig uitgezochte honden uit Markovo, dat ligt halverwege Anadyr en in dit dorp werden veel honden gefokt en verhandeld. In 1910 bij de start van de derde All Alaskan Sweepstake, bracht Ramsey drie teams in de race: één team werd gemushed door John ‘Iron Man’ Johnson, één door zijn broer Charles Johnson en Ramsey liep zelf met het derde span. ‘Iron Man’ won, in een tijd die nooit meer zou worden geëvenaard: 650 kg in 74 uur, 14 minuten en 20 seconden. Fox Maul Ramsey werd zelf tweede en zijn derde team eindigde als vierde.

Het zijn deze honden, door deze mushers uit de in Siberie aanwezige honden voor hun wedstrijdteam geselecteerd, die de oorsprong vormen van het ras. Snelle sledehonden voor lange afstanden. Honden die snel konden draven, met hun vriendelijke karakter en hun ongebreidelde wil om te werken. In de jaren erna kreeg Leonard Seppala de beschikking over een aantal van deze honden. Hij won de race drie maal achter elkaar. De strijd ging in die tijd voornamelijk tussen Seppala en Scotty Allen, ook drievoudig Sweestake-winnaar.

Togo

Togo

De serum Race
In 1925 wed de Siberische Husky ook bekend buiten de hondenliefhebbers. In januari van dat jaar brak een difterie-epidimie uit en het aanwezige serum was lang niet genoeg om de nog gezonde mensen, vooral kinderen, preventief te enten. Het moest van ver komen, maar door de slechte weersomstandigheden, kon het serum niet door een vliegtuig opgehaald worden. Per trein was het tot Nenana gekomen, meer dan 1000 km verderop. Besloten werd om het serum op te halen door middel van een sledehonden estafette. Deze barre tocht werd in 129,5 uur afgelegd, een recordtijd die later nooit meer is geëvenaard. Negentien mushers zetten hun leven op het spel om het serum naar

Nome te brengen. Seppala, een van die mushers ging vanuit Nome de mushers tegemoet. In Nulato aan de Yukon rivier ontmoette hij een team en nam het serum over, dat in een pakket zat ter grootte van een schoenendoos. Omdat het zo dringend was, ruste hij niet, maar ging ondanks een sneeuwstorm gelijk terug.

Togo en Scotty, zijn leidershonden, motiveerden het span en het ging goed, tot ze rendieren tegenkwamen. Togo en een andere hond raakten los en Seppala was Togo 10 dagen kwijt. Hij loofde 500 dollar uit voor degene die hem terug zou brengen. Uiteindelijk kwam Togo terug met het postteam: de mushers daarvan hadden hem gevonden en als leidershond van het team brachten ze hem bij zijn baas. Heel Nome leefde mee met de hereniging. Deze negentien deelnemende mushers ontvingen een certificaat van de gouverneur van Alaska en een medaille van de serumfabrikant.

De omstandigheden waren erg gevaarlijk, waaronder de sledehondenteams hun werk moesten doen, dat sprak tot ieders verbeelding. Dankzij de grote aandacht van de media werd de serumrace wereldnieuws! Nadat alles goed was afgelopen werden deze mushers unaniem tot volkshelden uitgeroepen. Hun namen werden wereldberoemd, evenals hun leidershonden. De meeste namen zijn inmiddels vergeten. Maar ter nagedachtenis aan alle sledehonden die hebben deelgenomen aan deze estafetteloop staat in New York in het Central Park een standbeeld van Balto, de leidershond van het laatste team.

Balto in Central Park

Hieronder staat de inscriptie: “Endurance – Fidelity – Intelligence” (volharding – trouw – intelligentie)

Seppala
Na de serumrace ging Seppala met zijn honden naar New England. Ook daar werd de Siberische Husky als wedstrijdsledehond in korte tijd zeer populair.

Leonard Seppala werd in Noorwegen geboren en zou de smederij van zijn vader overnemen. Maar na het overlijden van zijn verloofde, besloot hij naar Alaska te gaan. In Nome bleek dat hij bij het zoeken naar goud weinig geluk had. Pas in 1913 raakte hij geïnteresseerd in sledehonden, toen hij op verzoek van een vriend een team van vijftien Siberische Husky’s ging trainen. Die zouden naar Amundsen gaan, voor zijn het jaar daarna geplande Noordpool-expeditie. Toen die vanwege de Eerste Wereldoorlog werd afgelast, hield Seppala de zorg over de honden. Daarna kreeg hij de beschikking over tenminste acht honden, die Olaf Swenson meebracht uit Kamtchatka. Verder kende hij veel bonthandelaren, die geregeld honden voor hem meenamen uit verschillende delen van Siberië. Op die manier kon hij uit een vrij groot aantal honden een team samenstellen voor de All Alaskan Sweepstake van 1915. Hij won o.a. drie opeenvolgende Sweepstakes.

Voor ons ras en de sledehondensport heeft Leonard Seppala veel betekend. Hij deed veel voor de promotie van het ras en zette zich in voor verbetering van de behandeling van sledehonden in het algemeen. Dat de Siberische Husky nog bestaat, danken we in grote mate aan hem. Want hij verbreedde de kring van liefhebbers, toen hij vanuit New England zijn honden aan het publiek liet zien. De waardering voor het ras groeide en men ging zich steeds meer inzetten om de Siberische Husky raszuiver te fokken. Door de bezitters van die honden werd een standaard opgesteld en naar de American Kennel Club opgestuurd met het verzoek om officiële erkenning van het ras. Deze erkenning kwam in het jaar 1930 tot stand en de Siberian Husky Club of Amerika werd in 1938 opgericht. Op die oprichtingsvergadering, waar ook Seppala aanwezig was, werd de rasstandaard officieel vastgesteld.